Technologie speelt een sleutelrol in de transitie naar een duurzamere wereld en werkt deflatoir. In deze Q&A verkent portefeuillebeheerder Richard Clode deze thema's en de beleggingskansen die ermee gepaard gaan.
Kernpunten:
- Technologie biedt oplossingen voor grote ecologische en sociale uitdagingen en genereert daardoor groeimogelijkheden op lange termijn.
- Technologische innovatie heeft een intrinsiek deflatoir effect. Door doeltreffender te werken en de productie op te drijven, worden tekorten aan arbeid, natuurlijke bronnen en andere grondstoffen getemperd.
- Technologie is een erg brede sector die elk facet van ons leven beïnvloedt en die ook kansen biedt via bedrijven die niet voldoen aan de standaarddefinitie van een technologiebedrijf.
V: Hoe helpt technologie ons een duurzamere wereld te creëren, welke aspecten van de sector spelen de voornaamste rol?
We beschouwen technologie gewoonlijk als de probleemoplossende wetenschap, en bijgevolg als een belangrijke factor in de transitie naar een duurzamere wereld. We zijn van mening dat technologie goed geplaatst is om oplossingen te verschaffen voor de grote ecologische en sociale vraagstukken. Zo biedt de sector toegang tot enkele van de grootste groeimarkten ter wereld. De technologiesector bewijst dat door innovatie aan te reiken, de exponentiële sprongen die slechts technologie kan bieden. Niemand had ooit gedacht dat EV (elektrische voertuigen) een succesverhaal zouden worden, maar door technologische ontwikkelingen werden EV een plausibel alternatief voor auto's met een interne verbrandingsmotor en beginnen we nu eindelijk een keerpunt te zien.
Als we het beleggingslandschap aanschouwen, zijn we ervan overtuigd dat die kansen, die groeigebieden, veel meer potentieel hebben dan de meeste duurzame beleggers op heden benutten. Het gaat niet alleen om hernieuwbare energie, om elektrische voertuigen. We denken na over een bredere revolutie van het duurzame transport. We denken dus ook aan taxidiensten en autonoom rijden, want het gaat niet alleen om de vervuiling en de koolstofuitstoot, maar ook om een daling van het aantal ongevallen en sterfgevallen op de weg.
Technologie maakt ook de weg vrij voor doeltreffendere processen en hogere productiviteit. We moeten minder gebruik maken van de schaarse natuurlijke bronnen. Daarvoor hebben we koolstofarme infrastructuur en slimme steden nodig. We zijn dan ook van mening dat er tal van technologieën zijn die het hoofd kunnen bieden aan deze ecologische uitdagingen, en ook aan sociale problemen.
V: Heel wat voorbeelden staven de rol van technologie als leverancier van oplossingen voor ecologische vraagstukken, maar er wordt minder gesproken over de bijdrage van die sector aan sociale uitdagingen. Kunt u dat even toelichten?
Het sociale aspect is de onderbelichte zijde van de kracht van 'technologie ten goede'. Toegang tot gezondheidszorg van goede kwaliteit, financiële inclusie, digitale democratisering (technologie ter beschikking stellen van meer mensen), gezondheidstechnologie en gegevensbescherming zijn opwindende thema's. Als het over technologie gaat, beperkt men zich vaak tot de megacaps en gaat men voorbij aan al het goede werk dat tal van technologiebedrijven verrichten over de hele wereld, zowel in ontwikkelde als in groeimarkten. Financiële inclusie was in het verleden lange tijd afhankelijk van de uitbreiding van een fysieke bank naar steeds kleinere dorpjes en afgelegen gebieden, wat wel vijftig of zelfs honderd jaar in beslag kon nemen. Nu volstaat het een bankkaart te scannen of een app te downloaden. Mensen zonder kredietgeschiedenis konden geen kredieten aangaan om een bedrijf op te starten, konden geen eerste lening of durfkapitaal krijgen om een bedrijf op te starten of erin te investeren. We zien op dat vlak vooruitgang in China, India en Latijns-Amerika.
De kritieke massa en de versnelde aanvaarding waar sommige technologieplatformen nu wereldwijd op kunnen vertrouwen, vaak op plekken waar de gezondheidszorg en het onderwijs te wensen overlaat, hebben tot gevolg dat veel meer mensen toegang kunnen krijgen tot kwaliteitsonderwijs en -gezondheidszorg, door gebruik te maken van het internet, de cloud en AI (artificiële intelligentie). De pandemie heeft definitief veranderd hoe we werken en leren, waardoor digitaal leren, thuisonderwijs en medische zorg op afstand mogelijk werden. Die trends zijn gedurende de pandemie in een stroomversnelling terechtgekomen en op korte termijn heeft de digitale kloof de stijgende ongelijkheid die we wereldwijd zien slechts uitvergroot. We zijn van mening dat de wijdverspreide economische steun van de regeringen en de kritieke massa die de lockdowns de jongere technologieplatformen hebben verstrekt op langere termijn zullen leiden tot minder armoede en meer gelijkheid.
V: Hoewel technologie heel wat voordelen biedt, zijn er ook minder interessante gevolgen op het vlak van individuele privacy, gegevensbescherming en -beheer. Hoe staat u tegenover dat onderwerp en welke rol kunnen beleggers spelen?
De Verenigde Naties hebben de mensenrechten herzien om ook rekening te houden met de digitale wereld. We vinden het erg positief dat de technologiesector zich heeft ontwikkeld op het vlak van verantwoordelijkheid, wat duidelijk blijkt uit de interacties met de toezichthouders en de overheden. Door de gebeurtenissen van de voorbije tien jaar, en met name door het nauwkeurige toezicht van de voorbije vijf jaar, is het niet meer mogelijk voor technologiebedrijven om een sector te verstoren en zich pas daarna zorgen te maken over de nasleep en de gevolgen ervan voor de miljarden gebruikers. Misschien stonden de infrastructuur of het gegevensbeschermings- en privacybeleid nog niet helemaal op punt, of hadden ze niet grondig genoeg nagedacht over elk potentieel resultaat of onrechtstreeks gevolg van een technologie, product of dienst. Ik denk dat er nu veel meer reden is om op voorhand na te denken over die gevolgen, want bij ontstentenis zal het bedrijf vermoedelijk snel voor het Amerikaanse Congres of de Europese Commissie worden gesleept.
We zien heel wat meer bedrijven proactief contact zoeken met regeringen, met toezichthouders, met lokale overheden en steden. Dat toont aan dat technologiebedrijven nu werkelijk in tandem werken met die instellingen om oplossingen te zoeken. Een voorbeeld hiervan is dat autonome en zelfsturende voertuigen de toelating kregen om op Amerikaanse wegen te rijden, hoewel sommige staten op dat vlak een stuk proactiever zijn dan andere. Hopelijk zullen die partnerschappen leiden tot een strikter kader aan regels en voorschriften dat 'technologiebedrijven ook tegen zichzelf beschermt', door aan de juiste kant van de wet te opereren. We staan eigenlijk erg positief tegenover veel van de voorschriften die we zagen in de Chinese internetsector en vinden dat ze goed gebruik maken van de wereldwijd beschikbare voorbeelden, met name de AVG (algemene verordening gegevensbescherming) in de Europese Unie.
V: De inflatie beheerst momenteel ieders denken, van de centrale banken tot de consumenten en de beleggers. Technologie wordt vaak een deflatoir effect toegedicht. Welke voorbeelden ziet u hiervan en welke gevolgen heeft dat voor u op beleggingsvlak?
Er wordt algemeen aangenomen dat de wet van Moore de basis heeft gelegd voor betere, snellere en goedkopere technologie. Ze bespreekt het vermogen om het aantal transistors per vierkante inch microchip jaarlijks uit te breiden. Die evolutie heeft vertraging opgelopen. Daarentegen zijn er heel wat andere verbeteringen, bijvoorbeeld op het vlak van de architectuur, de verpakking of de software, die een alternatieve versie van de wet van Moore gaande kunnen houden.
Dat betekent dat technologie een van de weinige sectoren is waar de prijzen dalen. We zien nu wereldwijd een tekort aan arbeidskrachten in combinatie met stijgende kosten door inflatie. Technologiebedrijven verzamelen reële gegevens en analyseren die om onder meer de doeltreffendheid en de productie op te drijven en de hoeveelheid afval en de behoefte aan transport te temperen. Die verbeteringen zien we op verschillende vlakken. Het kan gaan om software, industriële automatisering, slimme steden, slimmere fabrieken of de tracering van activa.
Heel wat technologieën kunnen worden ingezet om van de wereld een doeltreffendere, productievere plek te maken. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van RFID ('radio-frequency identification'), technologie om activa te traceren. Het gaat om een miniatuuretiket en een antenne, die bijvoorbeeld kunnen worden ingenaaid in kledij. De ontvanger kan in een magazijn staan en kan dan de RFID-etiketten van elk voorwerp in dat magazijn lezen, of in een vrachtwagen, of op een lopende band in een Amazon-magazijn. De informatie op het etiket vertelt je om welk voorwerp het gaat, waar het vandaan komt en waar het heen gaat.
Door de pandemie en de bijhorende lockdowns hebben kleinhandelaars zich gerealiseerd dat ze online moeten verkopen om te overleven en dat een duidelijk overzicht van hun voorraad onmisbaar is. Het gebruik van RFID in de kleinhandelsector is dan ook enorm gestegen. Dat is positief vanuit duurzaamheidsoogpunt, aangezien het leidt tot minder te grote voorraden, minder verspilde voorraden en minder onnodig transport. En die technologie wordt nu verder ontwikkeld om zelfscankassa's mogelijk te maken, waardoor afrekenen aan de kassa, artikelen terugnemen en verliespreventie minder arbeidsintensief worden. De goederen zijn ook beter traceerbaar als ze aan het einde van hun leven worden gerecycleerd, wat bijdraagt aan de circulaire economie. We zien die revolutie niet alleen in de kleinhandel, maar ook in de logistiek. Zowel FedEx als UPS maken ondertussen gebruik van RFID-technologie.
V: Heel wat mensen zijn van mening dat technologie met name een Amerikaanse sector is. Hoe staat het er wereldwijd voor?
Bepaalde aspecten van de technologiesector, zoals precisiemachinebouw, elektrische voertuigen en hernieuwbare energie, hebben hun weg uit Silicon Valley gevonden. Die vinden we vandaag voornamelijk in Duitsland, maar ook elders in Europa en in het VK. Er zijn steeds meer ondernemers die de VS verlaten en terugkeren naar hun thuisland om hun bedrijf uit te bouwen. Dat kan gedeeltelijk te wijten zijn aan het immigratiebeleid in de VS, dat soms minder interessant is voor buitenlandse ondernemers.
Bovendien is de hoeveelheid privaat vermogen die beschikbaar is in de vorm van durfkapitaal ('venture capital' of VC) enorm gestegen, waardoor Silicon Valley niet meer de enige locatie is waar fondsen kunnen worden verzameld. Een ondernemer kan nu ook fondsen werven in China of Latijns-Amerika. Dat heeft tot gevolg dat er nu wereldwijd veel meer mogelijkheden zijn.
V: Welke belangrijke factor mogen beleggers niet uit het oog verliezen als ze willen beleggen in de technologiesector?
Het is erg belangrijk wat klanten beschouwen als een technologiebedrijf. Als wij denken aan technologie, vertrouwen we niet op de classificaties van GICS (Global Industry Classification Standard) en MSCI (indexlijst). Zo is er bijvoorbeeld een onderneming die een belangrijke rol speelt in de verbinding tussen de fysieke en de digitale wereld. Ze hebben een geospatiale technologie ontwikkeld, die allerlei dingen digitaal in kaart brengt en traceert, van bossen en koraalriffen tot landbouw en bouwwerken. Sommige beleggers zouden dat zien als een industrieel bedrijf, maar voor ons gaat het zeker en vast om een technologiebedrijf. De onderneming verstrekt onder meer gedetailleerde kaarten van koraalriffen, die het mogelijk maken de biodiversiteit te beschermen, zonder de broodwinning van de lokale bewoners in gevaar te brengen. Bovendien leiden ze bij de landbouw tot betere oogsten en tot efficiënter watergebruik.
We kijken verder dan de gebruikelijke definitie van een technologiebedrijf. Heeft de onderneming eigen technologie met wezenlijk winstpotentieel? Je kan ook technologiebedrijven vinden binnen andere, niet-technologische bedrijven. Zo is er een telecombedrijf dat beschikt over een van de grootste gezondheidszorgtechnologieplatformen in Canada. Uitzonderlijker is misschien dat ze ook beschikken over een van de grootste landbouwtechnologieplatformen, met de missie meer voedsel te genereren door de landbouw te digitaliseren en de oogst, de efficiëntie en de traceerbaarheid te verhogen. Ook die kans valt buiten de traditionele definitie van een technologiebedrijf, wat ons sterkt in ons denken dat er tal van aspecten in de technologiesector zijn die via interessante concessies geweldige groeikansen bieden.
Opmerkingen:
Megacap: verwijst gewoonlijk naar ondernemingen met een marktkapitalisatie (beurswaarde) van meer dan $ 200 miljard. De beurswaarde is de totale marktwaarde van de uitgegeven aandelen van een onderneming en wordt gebruikt om de grootte van een onderneming te bepalen.
De wet van Moore: in 1965 bedacht door medeoprichter van Intel Gordon E. Moore en stelt dat het aantal transistors dat op een microchip (een geïntegreerd circuit) past grosso modo om het andere jaar verdubbelt, waardoor technologie mettertijd steeds kleiner, sneller en goedkoper wordt.
De technologiesector kan een sterke negatieve impact ondervinden van veroudering van bestaande technologie, korte productcycli, prijs- en winstdalingen, concurrentie van nieuwe marktspelers, en algemene economische omstandigheden. Geconcentreerd beleggen in één enkele sector zou gepaard kunnen gaan met een hogere volatiliteit dan de prestaties van minder geconcentreerde beleggingen en de markt als geheel.
Buitenlandse effecten zijn vatbaar voor bijkomende risico's, zoals valutaschommelingen, politieke en economische onzekerheid, hogere volatiliteit, lagere liquiditeit en afwijkende financiële en informatiegerelateerde rapporteringsstandaarden. Al die werkingen worden versterkt in groeimarkten.
Aandelen van ondernemingen met een kleinere beurswaarde kunnen minder stabiel zijn en kwetsbaarder blijken bij ongunstige ontwikkelingen. Ze kunnen ook meer volatiliteit vertonen en minder liquide zijn dan aandelen van ondernemingen met een grotere beurswaarde.
De financiële sector kan sterk worden beïnvloed door uitgebreide overheidsvoorschriften, kan onderhevig zijn aan relatief snelle veranderingen door het steeds vagere onderscheid tussen verschillende dienstverleningssegmenten, kan sterk worden beïnvloed door de beschikbaarheid en de kostprijs van kapitaal, door rentewijzigingen, door de ratio bedrijfs- en privékredieten die niet kunnen worden terugbetaald, en door de prijsconcurrentie.