Zorg ervoor dat Javascript is ingeschakeld voor de toegankelijkheid van de website JH Explorer: Hoe kleine bacteriën netto-nul mogelijk maken - Janus Henderson Investors
Voor individuele beleggers in Nederland

JH Explorer: Hoe kleine bacteriën netto-nul mogelijk maken

Portefeuillebeheerder Tal Lomnitzer is enthousiast over zijn bezoeken aan een bioraffinaderij voor koolstofrecycling en een bedrijf dat batterijanoden produceert, waarbij er op verschillende manieren gebruik wordt gemaakt van bacteriën.

Tal Lomnitzer, CFA

Tal Lomnitzer, CFA

Senior beleggingsbeheerder


8 december 2023
6 beknopt artikel

Kernpunten

  • Bacteriën kunnen een sleutelrol spelen bij het terugdringen van de CO2-uitstoot en bij de productie van de chemicaliën en geavanceerde materialen die nodig zijn voor de energietransitie.
  • Deze kleine microben bieden een pad voor sectoren die moeilijk koolstofvrij te maken zijn en voor het maken van producten op basis van bijproducten van de koolstofuitstoot. Oeroude bacteriën vormen eveneens de basis van de grafietafzettingen die tegenwoordig worden gebruikt om materialen voor de batterijanoden van elektrische voertuigen te produceren.
  • Er zijn interessante beleggingskansen in innovatieve, technologiegedreven grondstoffenbedrijven die duurzaamheid combineren met groeipotentieel op de lange termijn.
De JH Explorer-serie volgt onze beleggingsteams over de hele wereld en vertelt over hun praktijkonderzoek op land- en bedrijfsniveau.  

 

Ik ben groot fan van bacteriën. Mijn waardering voor deze kleine organismen begon met de essentiële rol die ze spelen bij het brouwen van bier en werd nog dieper toen ik begon met zuurdesembrood bakken tijdens de COVID-lockdowns. Tijdens bezoeken aan Cambridge in het Verenigd Koninkrijk en Gent in België eerder dit jaar, ontdekte ik op welke andere manieren bacteriën bijdragen aan de mensheid. COVID herinnerde ons aan de dreiging die uitgaat van deze kleine organismen, maar tijdens mijn reizen heb ik gezien dat ze ook een rol kunnen spelen bij het faciliteren van de energietransitie en de reis naar netto-nul.

In hun bioraffinaderij voor koolstofrecycling, gelegen op dezelfde locatie als de staalfabriek van ArcelorMittal in Gent, België, liet een klein bedrijf genaamd LanzaTech (Nasdaq: LNZA) me zien hoe bacteriën kunnen worden gebruikt om afvalemissies af te breken en zij met kooldioxide en koolmonoxide ethanol en andere industriële chemicaliën maken. Naast de vestiging in de staalfabriek van ArcelorMittal in Gent, heeft LanzaTech faciliteiten van commerciële schaal op vijf andere locaties wereldwijd, waar gebruik wordt gemaakt van een breed scala aan grondstoffen.

In de Gentse fabriek van staal- en mijnbouwgroep ArcellorMittal

Tijdens mijn bezoek legde de Chief Technology Officer van ArcelorMittal uit dat de aanpak van LanzaTech een nieuwe technologie is die de CO2-uitstoot terugdringt en tegelijkertijd geld verdient door een product (ethanol) te produceren dat eenvoudig op de markt kan worden gebracht. Zijn woorden galmden na in mijn hoofd: “Dit proces is zelfs zonder carbonbeprijzing economisch." Met andere woorden, het is zinvol om te implementeren, zelfs zonder een boete voor de geproduceerde koolstof. Deze faciliteit maakt deel uit van het plan van ArcelorMittal om de Europese Scope 1- en 2-emissies tegen 2030 met 35 procent te verminderen. Voor een investering van 200 miljoen euro verwacht ArcelorMittal zijn CO2-uitstoot met 125.000 ton per jaar (tpa) te verminderen en 80 miljoen liter ethanol te produceren, wat dit een potentiële win-winsituatie maakt voor zowel het bedrijf als het milieu.                                                                                                                            

Microben mengen met emissies om de chemicaliën te produceren die nodig zijn voor de transitie naar netto-nul

Het LanzaTech-proces maakt gebruik van ‘afgassen’ (een mengsel van kooldioxide, koolmonoxide, waterstof en stikstof), die onder druk worden gezet, geconcentreerd en gefermenteerd met behulp van gespecialiseerde bacteriën in een bioreactor, waarbij er in een continu proces ethanol wordt geproduceerd. Een bijproduct van het proces is eiwit dat op dit moment in een biovergister wordt gebruikt om biogas te produceren, maar ook als veevoer kan worden gebruikt (zoals in China al gebeurt).

Het bezoek aan Europa's eerste commerciële koolstofbioraffinaderij liet mij met drie conclusies achter: 1) dit gebeurt, de faciliteit is bestaat echt en is en verrassend groot; 2) het financiële plaatje is overtuigend; en 3) het gebruik van bacteriën om ethanol te maken uit koolstofemissies is pas het topje van de ijsberg. Andere chemische bouwstenen zullen uiteindelijk volgen, bijvoorbeeld voor de productie van aceton, isopropanol en mono-ethyleenglycol. Deze chemicaliën worden gebruikt om een scala aan producten te maken, zoals textiel, schoenzolen, verpakkingen, schoonmaakmiddelen, geurstoffen, duurzame vliegtuigbrandstof, wasmiddelen en oppervlakteactieve stoffen. Door gebruik te maken van industriële afgassen ontstaat er een netto-nultraject voor moeilijk koolstofvrij te maken industrieën zoals staal, ferrolegeringen en cement.

"I turned to the teeming small creatures that can be held between the thumb and forefinger: the little things that compose the foundation of our ecosystems, the little things, as I like to say, who run the world."

E.O. Wilson, bioloog, naturalist, ecoloog en entomoloog, bekend om zijn ontwikkeling van de sociobiologie      

Van oeroude bacteriën tot modern grafiet

Ook leerde ik hoe gefossiliseerde bacteriën de productie van autobatterijen vereenvoudigen tijdens een bezoek aan de R&D-faciliteit van Talga Group in Cambridge in het Verenigd Koninkrijk.

Talga is een opkomende grafietproducent met de ambitie om uit te groeien tot een geavanceerde-materialenbedrijf. Grafiet wordt gebruikt om batterijanodes te maken, een essentieel onderdeel van elektrische voertuigen en energieopslag. Lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) maken zich zorgen over hun afhankelijkheid van China voor de verwerking en productie van ongeveer 90 procent van het grafiet in de wereld. De Europese Unie wil lokale toeleveringsketens opzetten en zal daarvoor natuurlijke grafietvoorraden nodig hebben, zoals die van Talga in Vittangi in het noorden van Zweden.

Hoewel elektrische voertuigen een relatief nieuw fenomeen zijn, ontstond het grafiet dat Talga tot batterijanodes vormt twee miljard jaar geleden, toen de atmosfeer van de aarde heel weinig zuurstof en grote hoeveelheden koolstofdioxide bevatte. Het enige leven op onze planeet bestond uit oeroude eencellige organismen, zogenaamde cyanobacteriën, die zich voedden met koolstofdioxide en zuurstof produceerden. Dit veranderde de chemische samenstelling van de atmosfeer fundamenteel in gedurende het zogenaamde Great Oxygenation Event, wat de weg vrijmaakte voor de evolutie van meercellig leven. De zuurstof die ze produceerden vergiftigde ook hun eigen organisme, wat leidde tot het uitsterven van de cyanobacteriën. Die zakten naar de bodem van ondiepe zeeën en vormden een dikke, koolstofrijke laag sediment dat uiteindelijk het grafiet werd dat Talga delft en verwerkt tot anodes voor batterijen.

Materiaal van een batterijanode: koper bekleed met grafiet

In Cambridge ontmoette ik een diverse groep gepromoveerde elektrochemische en materiaalspecialisten.  Zij waren veel meer dan academici die zich puur met anodechemie bezighielden en hadden allemaal een scherp inzicht in de commerciële aspecten van hun werk. Elke technische innovatie die zij testen, wordt bekeken in de context van hoe deze kan worden toegepast in continue productie in de echte wereld, met respect voor de kostenbeperkingen rond het optimaliseren van de batterijfunctionaliteit. In dit laboratorium experimenteerde men met verschillende chemische samenstellingen om patenten en handelsmerken te genereren. Het bezoek gaf mij de sterke indruk dat Talga eigenlijk een batterijanodebedrijf met een mijn is in plaats van een mijnbouw- en verwerkingsbedrijf. Talga ziet zichzelf als meer dan een grondstoffenbedrijf, maar vooral als een technologiebedrijf dat over eigen grondstoffen beschikt.

Dit is volgens ons een perfect voorbeeld van hoe de grondstoffensector zichzelf opnieuw uitvindt om een bijdrage te leveren aan een duurzame economie en zo gaandeweg spannende en belangrijke kansen voor investeerders creëert.

Onze benadering van ESG-integratie: Doordacht, praktisch, onderzoeksgedreven en toekomstgericht

Biokoolstofraffinaderij: Een raffinaderij die koolstofemissies omzet in energie en andere nuttige bijproducten zoals chemische grondstoffen.

Koolstofbeprijzing: Een aanpak die kan helpen de uitstoot van koolstof en broeikasgassen te verminderen door de kosten van de uitstoot door te berekenen aan de uitstoters. Een belangrijk aspect van de koolstofbeprijzing is het principe dat de vervuiler betaalt. Door een prijs te zetten op koolstof, kan de samenleving de uitstoters verantwoordelijk houden voor de hoge kosten die gepaard gaan met het uitstoten van broeikasgassen in de atmosfeer.

Netto-nul: Verwijst naar het evenwicht tussen de hoeveelheid geproduceerd broeikasgas en de hoeveelheid die uit de atmosfeer wordt gehaald. Van netto-nul is sprake als de hoeveelheid toegevoegd broeikasgas niet groter is dan de hoeveelheid die wordt weggenomen.

Scope 1- en 2-emissies: Scope 1 verwijst naar alle directe broeikasgasemissies (BKG), bijvoorbeeld wanneer een bedrijf zijn ketels en voertuigen exploiteert. Scope 2 heeft betrekking op de indirecte uitstoot van broeikasgassen door het verbruik van aangekochte elektriciteit, warmte of stoom.

Verticale integratie: Wanneer een bedrijf andere bedrijven overneemt om de controle te vergroten/de afhankelijkheid van zijn toeleverings- en/of distributieketen te verminderen en potentieel de winstgevendheid te verbeteren.

Belangrijke informatie

Industrieën die afhankelijk zijn van natuurlijke hulpbronnen kunnen aanzienlijk worden beïnvloed door veranderingen in vraag en aanbod van natuurlijke hulpbronnen, energie- en grondstofprijzen, politieke en economische ontwikkelingen, milieu-incidenten, energiebesparingen en exploratieprojecten.

Duurzaam of Environmental, Social and Governance (ESG) beleggen houdt rekening met factoren die verder gaan dan de traditionele financiële analyse. Dat kan ertoe leiden dat er minder mogelijkheden tot beleggen zijn en dat de prestaties en blootstellingen verschillen van de bredere markt en zich mogelijk meer concentreren in bepaalde sectoren.

Er is geen garantie dat tendensen uit het verleden zich zullen doorzetten of dat prognoses worden gehaald.

Dit zijn de standpunten van de auteur op het moment van publicatie en kunnen verschillen van de standpunten van andere personen/teams bij Janus Henderson Investors. Verwijzingen naar individuele effecten vormen geen aanbeveling om effecten, beleggingsstrategieën of marktsectoren te kopen, verkopen of aan te houden en mogen niet als winstgevend worden beschouwd. Janus Henderson Investors, zijn gelieerde adviseur of zijn medewerkers kunnen een positie hebben in de genoemde effecten.

 

Resultaten uit het verleden geven geen indicatie over toekomstige rendementen. Alle performancegegevens omvatten inkomsten- en kapitaalwinsten of verliezen maar geen doorlopende kosten en andere fondsuitgaven.

 

De informatie in dit artikel mag niet worden beschouwd als een beleggingsadvies.

 

Begrippenlijst 

 

Reclame.

 

 

Belangrijke informatie

Lees de volgende belangrijke informatie over fondsen die vermeld worden in dit artikel.

Het Janus Henderson Horizon Fund (het 'Fonds') is een Luxemburgse SICAV die op 30 mei 1985 is opgericht en wordt beheerd door Janus Henderson Investors Europe S.A. Janus Henderson Investors Europe S.A. kan besluiten de marketingregelingen van deze beleggingsinstelling overeenkomstig de desbetreffende regelgeving te beëindigen. Dit is een marketingboodschap Raadpleeg de prospectus van de ICBE en het document met essentiële beleggersinformatie voordat u een definitieve beleggingsbeslissing neemt.
    Specific risks
  • Aandelen/klasse van deelnemingsrechten kunnen snel in waarde dalen en gaan doorgaans gepaard met hogere risico's dan obligaties of geldmarktinstrumenten. Als gevolg daarvan kan de waarde van uw belegging dalen.
  • Aandelen van kleine en middelgrote bedrijven kunnen volatieler zijn dan aandelen van grotere bedrijven en kunnen soms moeilijk te waarderen of te verkopen zijn op het gewenste moment en tegen de gewenste prijs, wat het risico op verlies vergroot.
  • Het Fonds focust op bepaalde sectoren of beleggingsthema's en kan sterk worden beïnvloed door factoren zoals wijzigingen in overheidsregulering, hogere prijsconcurrentie, technologische vooruitgang en andere ongunstige gebeurtenissen.
  • Het Fonds volgt een verantwoorde beleggingsaanpak, waardoor het onderwogen kan zijn in bepaalde sectoren (vanwege de gehanteerde vermijdingscriteria) en dus anders kan presteren dan fondsen die een vergelijkbare financiële doelstelling hebben, maar die geen vermijdingscriteria toepassen bij de selectie van beleggingen.
  • Het Fonds kan gebruikmaken van derivaten om het risico te verminderen of om de portefeuille efficiënter te beheren. Dit gaat echter gepaard met andere risico's, waaronder met name het risico dat een tegenpartij bij derivaten niet in staat is om haar contractuele verplichtingen na te komen.
  • Als het Fonds activa houdt in andere valuta's dan de basisvaluta van het Fonds of als u belegt in een aandelenklasse/klasse van deelnemingsrechten in een andere valuta dan die van het Fonds (tenzij afgedekt of 'hedged'), kan de waarde van uw belegging worden beïnvloed door veranderingen in de wisselkoersen.
  • Effecten in het Fonds kunnen moeilijk te waarderen of te verkopen zijn op het gewenste moment of tegen de gewenste prijs, vooral in extreme marktomstandigheden waarin de prijzen van activa kunnen dalen, wat het risico op beleggingsverliezen verhoogt.
  • Het Fonds kan een hoger niveau van transactiekosten oplopen als gevolg van beleggingen in minder actieve markten of minder ontwikkelde markten in vergelijking met een fonds dat in actievere of meer ontwikkelde markten belegt.
  • Het Fonds kan geld verliezen als een tegenpartij met wie het Fonds handelt niet bereid of in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen, of als gevolg van een fout in of vertraging van operationele processen of verzuim van een derde partij.