Voor financiële professionals in Nederland

Status volgens de Europese verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector ('Sustainable Finance Disclosure Regulation' of SFDR) – US Sustainable Equity Fund

Janus Henderson Fund – US Sustainable Equity

Het fonds is ingedeeld als fonds dat voldoet aan de bepalingen van artikel 9 van de SFDR als product dat ecologische en/of sociale kenmerken promoot.

A. Samenvatting

De beleggingsbeheerder gebruikt een aantal bronnen/methodes om rekening te houden met de verplichte indicatoren voor belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren ('PAI's') volgens de EU-verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR), om te bepalen of zijn duurzame beleggingen geen wezenlijke schade toebrengen aan relevante ecologische of sociale doelstellingen. Naargelang de indicator gebruikt de beleggingsbeheerder een of meer van de volgende benaderingen:

  1. De activiteiten en gerapporteerde cijfers van alle onderliggende beleggingen worden gescreend op basis van de criteria voor significante schade die JHI heeft vastgesteld met verwijzing naar de relevante verplichte PAI's die in het kader van de SFDR zijn bepaald, afhankelijk van de prestaties van de onderneming ten opzichte van eigen, voorafbepaalde uitsluitingscriteria (die kwantitatief of kwalitatief kunnen zijn).
  2. Operationele ESG-beoordeling - bedrijfsspecifieke ESG-thema's worden vastgesteld, en hun globale blootstelling aan wezenlijke effecten en risico's wordt geëvalueerd op basis van wat er wordt gedaan om die risico's op te lossen.

Zie hieronder voor meer informatie over de aanpak die is gevolgd voor elke verplichte indicator voor negatieve gevolgen.

Screenings worden toegepast om niet te beleggen in bepaalde emittenten als de Beleggingsbeheerder denkt dat ze niet voldoen aan de richtsnoeren van de OESO voor multinationals of niet voldoen aan de principes van het UN Global Compact (die betrekking hebben op zaken als mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling).

De beleggingsdoelstelling van het fonds is gericht op kapitaalgroei op lange termijn door te beleggen in Amerikaanse bedrijven ondernemingen die bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzame economie op het gebied van ecologische en sociale thema's zoals schonere energie, waterbeheer en duurzaam transport. Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn duurzame beleggingsdoelstelling te behalen.

Dit Fonds streeft naar kapitaalgroei door te beleggen in de Amerikaanse aandelenmarkt en in het bijzonder door blootstelling aan Amerikaanse bedrijven waarvan de producten en diensten een positieve invloed hebben op het milieu of de samenleving, en zo bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzame wereldeconomie. Elke belegger dient dit hoofdstuk te lezen in combinatie met de beleggingsstrategie van het fonds (zoals vermeld in het hoofdstuk 'Fondsen' van het prospectus).

De bindende elementen van de beleggingsstrategie die we hierna beschrijven, worden permanent uitgevoerd als screenings met het oog op uitsluiting binnen het orderbeheersysteem van de beleggingsbeheerder, of anderszins geïntegreerd in het beleggingsselectie- en -monitoringproces, waarbij gebruik wordt gemaakt van een of meer externe gegevensverstrekkers en eigen, intern onderzoek.

Er worden periodieke deskreviews uitgevoerd om na te gaan dat er voldoende onderzoek is gedaan en gedocumenteerd om aan te tonen dat emittenten correct werden toegekend aan de duurzame beleggingsthema's van de Beleggingsbeheerder, inclusief eventuele relevante inkomstendrempels.

De beleggingsbeheerder beoordeelt de ondernemingen waarin wij beleggen op de naleving van goede governancepraktijken.

De goede governancepraktijken van de ondernemingen waarin we beleggen, worden onderzocht vóór we erin beleggen en daarna ook nog periodiek conform het beleid inzake duurzaamheidsrisico's ('beleid').

Bovendien heeft de beleggingsbeheerder de beginselen van de VN voor verantwoord beleggen (UNPRI) ondertekend.

Minimaal 90% van de beleggingen van het financiële product zal naar verwachting voldoen aan de duurzame beleggingsdoelstelling van het financiële product. Hoewel de beleggingsbeheerder geen specifieke allocatie beoogt, wordt verwacht dat minstens 25% zal worden belegd in duurzame beleggingen met een ecologisch doel en 25% in duurzame beleggingen met een sociale doelstelling.

De resterende beleggingen, die hieronder als "niet duurzaam" zijn gemarkeerd, kunnen naast instrumenten die worden aangehouden voor efficiënt portefeuillebeheer, ook contanten of kasequivalenten bevatten, bijv. tijdelijke posities in indexderivaten.

Alle beleggingen van het financiële product die worden gebruikt om te voldoen aan de ecologische en/of sociale kenmerken die het financiële product promoot, zijn directe beleggingen.

  1. De Bbeleggingsbeheerder gebruikt selectiecriteria om ervoor te zorgen garanderen dat het Ffonds alleen belegt in bedrijven ondernemingen die ten minste 50% van hun huidige of toekomstige verwachte inkomsten omzet halen uit goederen en diensten binnen de duurzame ontwikkelingsthema's van de Bbeleggingsbeheerder, zoals hieronder uiteengezet: Efficiëntie
  • Schonere energie
  • Waterbeheer
  • Milieudiensten
  • Duurzaam transport
  • Duurzaam vastgoed & financiën
  • Veiligheid
  • Levenskwaliteit
  • Kennis en technologie
  • Gezondheid
  1. Koolstof - Koolstofintensiteit Scope 1 & 2
  2. Koolstof – Koolstofvoetafdruk Scope 1&2
  3. Algemene UNGC-compliancestatus
  4. ESG-uitsluitingsscreenings - zie 'G. Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken?' hierna voor meer informatie over de uitsluitingen

Bijzonderheden over waarom de duurzame beleggingen geen significante schade toebrengen aan ecologische of sociale doelstellingen voor duurzaam beleggen, en het beleid om de goede governancepraktijken van de ondernemingen waarin wij beleggen, te beoordelen, vindt u hierna.

Het beleggingsuniversum van het fonds wordt bepaald door de toepassing van positieve screeningscriteria, die zijn gebaseerd op de eerder vermelde duurzame beleggingsthema's van de vermogensbeheerder. De beleggingsbeheerder gebruikt een eigen methodologie om te verzekeren dat de ondernemingen waarin het fonds belegt, minstens 50% van hun huidige of toekomstige verwachte inkomsten halen uit goederen en diensten die zijn afgestemd op die duurzaamheidsthema's en heeft, zoals eerder vermeld, een proces ingesteld om te bepalen of zijn duurzame beleggingen geen significante schade berokkenen aan andere relevante ecologische of sociale doelstellingen.

De bBeleggingsbeheerder streeft naar een CO22-voetafdruk en CO22-intensiteit die ten minste 20% onder die van de S&P 500 ligtgen.

Daarnaast past de Beleggingsbeheerder screenings toe om directe beleggingen in bedrijfsemittenten uit te sluiten op basis van bepaalde activiteiten die ze uitvoeren. Met name worden emittenten uitgesloten als zij meer dan 5% van hun inkomsten halen uit de productie van alcohol, de winning en raffinage van fossiele brandstoffen, niet-medische dierproeven, bewapening, energieopwekking met fossiele brandstoffen, bont, gokken, zorgwekkende chemicaliën, genetische manipulatie, pornografie, intensieve landbouw, tabak, kernenergie en vlees- en zuivelproductie. Het fonds past ook het bedrijfsbrede uitsluitingsbeleid toe, dat ook betrekking heeft op controversiële wapens, zoals uiteengezet in paragraaf 10.15 van het hoofdstuk 'Beleggingsbeperkingen' in het prospectus. De Beleggingsbeheerder verwacht dat het beleggingsuniversum van het Fonds door de negatieve screening met ten minste 20% zal afnemen.

De beleggingsbeheerder kan in het fonds posities opnemen die op basis van informatie of screenings van externe partijen niet blijken te voldoen aan de bovengenoemde criteria indien de beleggingsbeheerder van mening is dat de extern verkregen gegevens ontoereikend of onjuist zijn.

Het fonds maakt gebruik van zowel interne bronnen als externe leveranciers van research en informatie. De interne bronnen zijn onder meer gespecialiseerde duurzaamheidsanalisten van het beleggingsteam en het centrale ESG-researchteam van Janus Henderson. De belangrijkste externe ESG-gegevensleverancier van JHI is MSCI, maar de beleggingsbeheerder maakt ook gebruik van verschillende andere ESG-researchleveranciers, zoals Sustainalytics, ISS en Vigeo EIRIS.

Als er lacunes in de dekking worden vastgesteld, kan een beroep worden gedaan op verkopers van ESG-onderzoek of interne research ter aanvulling van dat ESG-onderzoek. Dat verzekert dat er consistente gegevens en methodologieën worden gebruikt met een ESG-maatstaf per type effect, waardoor ze gedurende het proces van de portefeuilleopbouw correct kunnen worden vergeleken.

De proportie geraamde gegevens voor een financieel product verandert voortdurend.

Sommige gegevens die worden gebruikt om bindende criteria te ondersteunen, zoals ze werden ontvangen van externe gegevensverstrekkers, kunnen geschatte gegevens zijn. Voor posities waarover de externe gegevensverstrekker geen informatie heeft, kan eigen research worden gebruikt. Dat kan gaan van de afstemming van eigen onderzoek met de externe gegevensverstrekker tot een schriftelijke bevestiging van de emitterende entiteit dat die overeenkomt met de bindende criteria. De geschiktheid van het verstrekte bewijs wordt geëvalueerd door een onafhankelijk orgaan bij JHI.

Het bereik van de gegevens wordt direct bepaald door het bereik van de onderliggende leverancier van ESG-informatie.

De interne gegevensstructuur van JHI is voldoende flexibel om eigen bewijsmateriaal te integreren of evaluaties aan te passen aan toekomstige vereisten.

JHI is zich ervan bewust dat er hiaten zitten in ESG-onderzoek naar niet-traditionele vermogenscategorieën in vergelijking met klassieke vermogenscategorieën zoals aandelen en schuldinstrumenten.

In het beleid van JHI inzake duurzaamheidsrisico's worden de ESG-integratieprincipes, de beginselen voor duurzaam beleggen en de basisuitsluitingen voor potentiële beleggingen uiteengezet. Die uitsluitingen zijn gebaseerd op classificaties die de externe leveranciers van ESG-gegevens verstrekken. Deze classificatie kan terzijde worden geschoven wanneer uit beleggingsonderzoek voldoende blijkt dat de externe aanduiding niet accuraat of gepast is.

TOP