Zorg ervoor dat Javascript is ingeschakeld voor de toegankelijkheid van de website Status volgens de Europese verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector ('Sustainable Finance Disclosure Regulation' of SFDR) – Global Real Estate Equity Income Fund - Janus Henderson Investors
Voor financiële professionals in Nederland

Status volgens de Europese verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector ('Sustainable Finance Disclosure Regulation' of SFDR) – Global Real Estate Equity Income Fund

Janus Henderson Capital Fund – Global Real Estate Equity Income Fund

Het fonds is ingedeeld als fonds dat voldoet aan de bepalingen van artikel 8 van de SFDR als product dat ecologische en/of sociale kenmerken promoot.

A. Samenvatting

Dit financiële product promoot ecologische of sociale kenmerken, maar heeft duurzaam beleggen niet als doel.

Het fonds promoot de beperking van de klimaatverandering door doelstellingen aan te nemen voor de vermindering van broeikasgasemissies en door de principes van het UN Global Compact te ondersteunen (met betrekking tot zaken zoals mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling). Het fonds tracht ook beleggingen te vermijden in bepaalde activiteiten die schade kunnen toebrengen aan de menselijke gezondheid of het menselijke welzijn door bindende uitsluitingen toe te passen. Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn ecologische of sociale kenmerken te bereiken.

De bindende elementen van de beleggingsstrategie die we hierna beschrijven, worden uitgevoerd als screenings met het oog op uitsluiting binnen het orderbeheersysteem van de subbeleggingsadviseur, waarvoor ook continu gebruik wordt gemaakt van een of meer externe gegevensverstrekkers.

De goede governancepraktijken van de ondernemingen waarin we beleggen, worden onderzocht vóór we erin beleggen en daarna ook nog periodiek conform het beleid inzake duurzaamheidsrisico's ('beleid').

Bovendien heeft de subbeleggingsadviseur de beginselen van de VN voor verantwoord beleggen (UNPRI) ondertekend.

Minimaal 90% van de beleggingen van het financiële product wordt gebruikt om te voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken die het fonds promoot.

De duurzaamheidsindicatoren die worden gebruikt om te meten of elk van de ecologische of sociale kenmerken die dit financiële product promoot, ook daadwerkelijk worden behaald, zijn:

  • Algemene UNGC-compliancestatus.
  • % van de portefeuille: emittenten met wetenschappelijk gefundeerde emissiedoelstellingen of een geverifieerd engagement om wetenschappelijk gefundeerde emissiedoelstellingen aan te nemen1.
  • ESG-uitsluitingsscreenings - zie “G. Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken” hierna voor meer informatie over de uitsluitingen.

De subbeleggingsadviseur past screenings toe om directe beleggingen in vastgoedbeleggingsvennootschappen (REIT's) voor gevangenissen uit te sluiten. Ondernemingen worden ook uitgesloten als wordt verondersteld dat zij niet voldoen aan de principes van het UN Global Compact.

De subbeleggingsadviseur gaat actief in dialoog met ondernemingen om hen aan te moedigen wetenschappelijk gefundeerde emissiedoelstellingen voorop te stellen, of een geverifieerd engagement aan te gaan om wetenschappelijk gefundeerde emissiedoelstellingen aan te nemen.

Het fonds past ook het bedrijfsbrede uitsluitingsbeleid toe, dat onder meer betrekking heeft op controversiële wapens, zoals uiteengezet in het hoofdstuk 'Beleggingsbeperkingen”.

Het vastgoedteam van JHI gaat selectief te werk bij de keuze van dataleveranciers en verkiest in de eerste plaats gegevens van externe dataleveranciers die gespecialiseerd zijn in vastgoed, zoals GRESB, ICE en EPRA, naast de ESG-leverancier (van ecologische, sociale en governance-informatie) MSCI die JHI heeft gekozen om zijn eigen ESG-raamwerk te ondersteunen.

Indien er geen uitsluitingsgegevens beschikbaar zijn of het beleggingsteam het niet eens is met de beoordeling, werkt het team samen met een onafhankelijk toezichtsorgaan bij JHI om de beoordeling te valideren.

Het eigen kader van het team steunt sterk op hun vastgoedexpertise voor de beoordeling van materiële kwesties en houdt rekening met kaders zoals SASB.

Als er gegevens ontbreken, zal er met het oog op uitsluitingsscreenings voor bindende criteria bewijsmateriaal worden voorgelegd aan een onafhankelijk toezichthoudend orgaan bij JHI.

In het beleid van JHI inzake duurzaamheidsrisico's worden de ESG-integratieprincipes, de beginselen voor duurzaam beleggen en de basisuitsluitingen voor potentiële beleggingen uiteengezet.

Elke beleggingsafdeling voert zijn eigen due-diligenceprocessen uit voordat ze beleggingsbeslissingen neemt binnen zijn Artikel 8-fondsen, en maakt daarbij gebruik van interne en externe tools en research.

De onderneming ondersteunt een aantal codes voor zorgvuldig beheer en bredere initiatieven wereldwijd, en heeft ook de UK Stewardship Code ondertekend. Details over de manier waarop JHI met engagement omgaat, vindt u in het ESG-beleggingsbeleid, dat te vinden is in de 'ESG Resource Library' op de website van Janus Henderson.

Janus Henderson heeft een Proxy Voting Committee, dat bepaalt waarop we bij volmacht stemmen over belangrijke kwesties en dat richtlijnen opstelt voor toezicht op het stemproces.

1Goedgekeurd of geverifieerd door SBT- https://sciencebasedtargets.org/ of equivalent

B. Geen duurzame beleggingsdoelstelling

Dit financiële product promoot ecologische of sociale kenmerken, maar heeft duurzaam beleggen niet als doel.

C. Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product

Het fonds promoot de beperking van de klimaatverandering door doelstellingen aan te nemen voor de vermindering van broeikasgasemissies en door de principes van het UN Global Compact te ondersteunen (met betrekking tot zaken zoals mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling). Het fonds tracht ook beleggingen te vermijden in bepaalde activiteiten die schade kunnen toebrengen aan de menselijke gezondheid of het menselijke welzijn door bindende uitsluitingen toe te passen. Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn ecologische of sociale kenmerken te bereiken.

D. Beleggingsstrategie

Dit Fonds streeft naar hogere inkomsten dan de benchmark met potentiële kapitaalgroei door te beleggen in de aandelenmarkten en in het bijzonder door een blootstelling te nemen aan vastgoedgerelateerde effecten.

Beleggers moeten dit gedeelte lezen in samenhang met de beleggingsstrategie van het Fonds (zoals uiteengezet in het supplement voor het Fonds onder de titel 'Beleggingsdoelstelling en -beleid').

De bindende elementen van de beleggingsstrategie die we hierna beschrijven, worden uitgevoerd als screenings met het oog op uitsluiting binnen het orderbeheersysteem van de subbeleggingsadviseur, waarvoor ook continu gebruik wordt gemaakt van een of meer externe gegevensverstrekkers. Eén bindend criterium – “directe beleggingen in vastgoedbeleggingsvennootschappen (REIT's) voor gevangenissen uitsluiten” – is niet beschikbaar als geautomatiseerd datapunt en wordt aangetoond op basis van intern of extern onderzoek.

De bedrijven waarin wordt belegd, worden door de subbeleggingsadviseur beoordeeld op het volgen van goede governancepraktijken.

De goede governancepraktijken van de ondernemingen waarin we beleggen, worden onderzocht vóór we erin beleggen en daarna ook nog periodiek conform het beleid inzake duurzaamheidsrisico's ('beleid').

Het beleid stelt minimumnormen voorop op basis waarvan de subbeleggingsadviseur de ondernemingen waarin wij beleggen, permanent beoordeelt en opvolgt alvorens te beleggen.Die normen omvatten, maar zijn niet beperkt tot: degelijke managementstructuren, relaties met het personeel, de verloning van personeel en naleving van de belastingwetgeving.

Het beleid is opgenomen in het ESG-beleggingsbeleid van Janus Hendersons, dat u op de website www.janushenderson.com kunt vinden onder de rubriek About Us – Environmental, Social and Governance (ESG).

Bovendien heeft de subbeleggingsadviseur de beginselen van de VN voor verantwoord beleggen (UNPRI) ondertekend. Als ondertekenaar beoordelen wij ook de goede governancepraktijken van de ondernemingen waarin wij beleggen aan de hand van de UNPRI, zowel vóór we een belegging doen als periodiek wanneer we een belegging in portefeuille hebben.

E. Verhouding van de beleggingen

Minimaal 90% van de beleggingen van het financiële product wordt gebruikt om te voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken die het fonds promoot. Andere activa zijn bijvoorbeeld cash of kasequivalenten, naast instrumenten die worden aangehouden met het oog op efficiënt portefeuillebeheer, zoals tijdelijke posities in indexderivaten

Alle beleggingen van het financiële product die worden gebruikt om te voldoen aan de ecologische kenmerken die het financiële product promoot, zijn directe beleggingen.

F. Monitoring van ecologische of sociale kenmerken

De duurzaamheidsindicatoren die worden gebruikt om te meten of elk van de ecologische of sociale kenmerken die dit financiële product promoot, ook daadwerkelijk worden behaald, zijn:

  • Algemene UNGC-compliancestatus
  • % van de portefeuille: emittenten met wetenschappelijk gefundeerde emissiedoelstellingen of een geverifieerd engagement om wetenschappelijk gefundeerde emissiedoelstellingen aan te nemen
  • ESG-uitsluitingsschermen - zie “Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken?” hierna voor meer informatie over de uitsluitingen.

 Het team Front Office Controls & Governance verzekert voortdurend dat de beleggingsproducten worden beheerd in overeenstemming met de gedocumenteerde duurzaamheidsverbintenissen. Het team Financial Risk controleert en onderzoekt het beleggingsbeheer in het licht van ESG-gerelateerde risico's, naast de traditionele maatstaven voor de marktrisico's, en integreert het duurzaamheidsrisico in de risicoprofielen. Investment Compliance maakt dat ESG-gerelateerde activiteiten in overeenstemming met de wettelijke eisen en verwachtingen worden beheerd en dat ze binnen ons compliancekader worden bekeken.

G. Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken

De subbeleggingsadviseur past screenings toe om directe beleggingen in vastgoedbeleggingsvennootschappen (REIT's) voor gevangenissen uit te sluiten. Ondernemingen worden ook uitgesloten als wordt verondersteld dat zij niet hebben voldaan aan de principes van het UN Global Compact (die betrekking hebben op zaken zoals mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling).

De Subbeleggingsadviseur gaat actief in dialoog met ondernemingen om hen aan te moedigen wetenschappelijk gefundeerde emissiedoelstellingen voorop te stellen, of een geverifieerd engagement aan te gaan om wetenschappelijk gefundeerde emissiedoelstellingen aan te nemen1. De subbeleggingsadviseur verbindt zich ertoe dat minstens 10% van de ondernemingen in de portefeuille goedgekeurde of toegezegde doelstellingen heeft en zal de vooruitgang van die ondernemingen in het licht van die doelstellingen monitoren.

Het Fonds past ook het Bedrijfsbrede uitsluitingsbeleid toe [link], dat onder meer betrekking heeft op controversiële wapens, zoals uiteengezet in het hoofdstuk “Beleggingsbeperkingen”.

Voor het doel van de AMF-doctrine is de niet-financiële analyse of rating hoger dan:

  1. 90% voor aandelen die zijn uitgegeven door largecapbedrijven met hoofdkantoor in een 'ontwikkeld' land, schuldeffecten en geldmarktinstrumenten met een hoogwaarde kredietrating, overheidsobligaties uitgegeven door ontwikkelde landen;
  2. 75% voor aandelen uitgegeven door largecapbedrijven met hoofdkantoor in een 'groeiland', aandelen uitgegeven door small- en midcapbedrijven, schuldinstrumenten en geldmarktinstrumenten met een hoogrentende kredietrating en overheidsobligaties uitgegeven door 'groeilanden'.

De subbeleggingsadviseur kan posities in het Fonds opnemen die, op basis van externe gegevens of screenings, niet aan de bovenstaande criteria lijken te voldoen, waarbij de subbeleggingsadviseur van mening is dat de gegevens van derden mogelijk onvoldoende of onnauwkeurig zijn.

1goedgekeurd of geverifieerd door SBT - https://sciencebasedtargets.org/ of equivalent

H. Databronnen en -verwerking

Het vastgoedteam van JHI gaat selectief te werk bij de keuze van dataleveranciers en verkiest in de eerste plaats gegevens van externe dataleveranciers die gespecialiseerd zijn in vastgoed, zoals GRESB, ICE en EPRA, naast de ESG-leverancier (van ecologische, sociale en governance-informatie) MSCI die JHI heeft gekozen om zijn eigen ESG-raamwerk te ondersteunen.

Er worden met behulp van MSCI bindende criteria toegepast op het fonds om te voorkomen dat wordt belegd in ondernemingen die niet aan de voorwaarden voldoen en om ecologische kenmerken te stimuleren. Stemmen bij volmacht wordt verzorgd door ISS, met de steun van het Central Governance and Stewardship-team/Central JHI ESG-team. De gegevens over engagement van ondernemingen worden beheerd en verzorgd door het beleggingsteam.

De gerichte ESG-benadering van het team bij de beschouwing van relevante factoren legt de focus op materialiteit, gegevenskwaliteit en spreiding. Het team heeft een uitgebreide eigen analyse uitgevoerd om bij de selectie van de gegevensleveranciers te garanderen dat de gegevens van betrouwbare kwaliteit zijn. Wanneer geen gegevens over uitsluitingen beschikbaar zijn of het beleggingsteam het niet eens is met de evaluatie, werkt het team samen met een onafhankelijk toezichthoudend orgaan bij JHI om de beoordeling te valideren. Afhankelijk van de beschikbaarheid van gegevens downloadt het beleggingsteam maandelijkse en/of jaarlijkse datafeeds van verschillende externe gegevensleveranciers. Het centrale JHI ESG-team biedt ondersteuning voor enkele van de gegevensprocessen.

De geraamde proportie gegevens voor een financieel product verandert voortdurend.

I. Beperkingen van methodologieën en gegevens

Het eigen kader van het team steunt sterk op hun vastgoedexpertise voor de beoordeling van materiële kwesties en houdt rekening met kaders zoals SASB. Wij weten dat complexe thema's een score toekennen op basis van onvolmaakte gegevens en informatieverstrekking en uiteenlopende methodologieën zijn beperkingen heeft. Wij vinden actief beheer en diepgaande sectorexpertise cruciaal om daarmee om te gaan, evenals een robuust en consistent proces.

Als er gegevens ontbreken, zal er met het oog op uitsluitingsscreenings voor bindende criteria bewijsmateriaal worden voorgelegd aan een onafhankelijk toezichthoudend orgaan bij JHI, zoals eerder in dit document al werd beschreven.

J. Due diligence

Zoals vermeld in het bovenstaande hoofdstuk 'Methodologieën voor ecologische en sociale kenmerken', screent de Subbeleggingsadviseur het beleggingsuniversum om directe beleggingen in vastgoedbeleggingsvennootschappen (REIT's) voor gevangenissen uit te sluiten. Ondernemingen worden ook uitgesloten als wordt verondersteld dat zij niet hebben voldaan aan de principes van het UN Global Compact (die betrekking hebben op zaken zoals mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling).

De Subbeleggingsadviseur gaat actief in dialoog met ondernemingen om hen aan te moedigen wetenschappelijk gefundeerde emissiedoelstellingen voorop te stellen, of een geverifieerd engagement aan te gaan om wetenschappelijk gefundeerde emissiedoelstellingen aan te nemen1. De subbeleggingsadviseur verbindt zich ertoe dat minstens 10% van de ondernemingen in de portefeuille goedgekeurde of toegezegde doelstellingen heeft en zal de vooruitgang van die ondernemingen in het licht van die doelstellingen monitoren.

Het Fonds past ook het Bedrijfsbrede uitsluitingsbeleid toe, dat onder meer betrekking heeft op controversiële wapens, zoals uiteengezet in het hoofdstuk “Beleggingsbeperkingen”.

Voor het doel van de AMF-doctrine is de niet-financiële analyse of rating hoger dan:

  1. 90% voor aandelen die zijn uitgegeven door largecapbedrijven met hoofdkantoor in een 'ontwikkeld' land, schuldeffecten en geldmarktinstrumenten met een hoogwaarde kredietrating, overheidsobligaties uitgegeven door ontwikkelde landen;
  2. 75% voor aandelen uitgegeven door largecapbedrijven met hoofdkantoor in een 'groeiland', aandelen uitgegeven door small- en midcapbedrijven, schuldinstrumenten en geldmarktinstrumenten met een hoogrentende kredietrating en overheidsobligaties uitgegeven door 'groeilanden'.

De subbeleggingsadviseur kan posities in het Fonds opnemen die, op basis van externe gegevens of screenings, niet aan de bovenstaande criteria lijken te voldoen, waarbij de subbeleggingsadviseur van mening is dat de gegevens van derden mogelijk onvoldoende of onnauwkeurig zijn.

In het beleid van JHI inzake duurzaamheidsrisico's worden de ESG-integratieprincipes, de beginselen voor duurzaam beleggen en de basisuitsluitingen voor potentiële beleggingen uiteengezet. Die uitsluitingen zijn gebaseerd op classificaties die de externe leveranciers van ESG-gegevens verstrekken. Deze classificatie kan terzijde worden geschoven wanneer uit beleggingsonderzoek voldoende blijkt dat de externe aanduiding niet accuraat of gepast is.

Elke beleggingsafdeling voert zijn eigen due-diligenceprocessen uit voordat ze beleggingsbeslissingen neemt binnen zijn Artikel 8-fondsen, en maakt daarbij gebruik van interne en externe tools en research. Het team Front Office Controls & Governance verzekert voortdurend dat de beleggingsproducten worden beheerd in overeenstemming met de gedocumenteerde duurzaamheidsverbintenissen. Het team Financial Risk controleert en onderzoekt het beleggingsbeheer in het licht van ESG-gerelateerde risico's, naast de traditionele maatstaven voor de marktrisico's. Investment Compliance maakt dat ESG-gerelateerde activiteiten in overeenstemming met de wettelijke eisen en verwachtingen worden beheerd en dat ze binnen ons compliancekader worden bekeken.

K. Engagementsbeleid

Naast de eerder beschreven bindende elementen van de beleggingsstrategie vormt zorgvuldig beheer een integraal en vanzelfsprekend onderdeel van de beleggingsbenadering van het team als actieve beleggers met specialisten die een diepgewortelde kennis hebben van de lokale markten.

De onderneming ondersteunt een aantal codes voor zorgvuldig beheer en bredere initiatieven wereldwijd, en heeft ook de UK Stewardship Code ondertekend. Details over de manier waarop JHI met engagement omgaat, vindt u in het ESG-beleggingsbeleid, dat te vinden is in de 'ESG Resource Library' op de website van Janus Henderson.

Janus Henderson heeft een Proxy Voting Committee, dat bepaalt waarop we bij volmacht stemmen over belangrijke kwesties en dat richtlijnen opstelt voor toezicht op het stemproces. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de teams voor portefeuillebeheer, corporate governance, boekhouding, juridische zaken en compliance. Daarnaast is het Proxy Voting Committee verantwoordelijk voor de monitoring en oplossing van mogelijke belangenconflicten in verband met het stemmen bij volmacht.

L. Specifieke referentiebenchmark

Er werd geen specifieke index gekozen als referentiebenchmark om te voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken die dit financiële Artikel 8-product promoot.

Belangrijkste nadelige gevolgen (PAI)

Ongunstigeduurzaamheidsindicator Metriek Hoe wordt rekening gehouden met PAI's?
Uitstoot van broeikasgassen Broeikasgasemissies Scope 1-broeikasgasemissies Door engagement met bedrijven
Scope 2-broeikasgasemissies Door engagement met bedrijven
  Carbon footprint Carbon footprint Door engagement met bedrijven
BKG-intensiteit van ondernemingen waarin wordt geïnvesteerd Broeikasgasintensiteit van ondernemingen waarin wij beleggen Door engagement met bedrijven
Maatschappelijke en personeelsthema's Aandeel van beleggingen in ondernemingen die betrokken zijn bij de productie of de verkoop van controversiële wapens Blootstelling aan controversiële wapens (antipersoonsmijnen, clustermunitie, chemische wapens en biologische wapens) Uitsluitende screening
  Schendingen van de principes van het UN Global Compact en de richtsnoeren van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationals Aandeel van beleggingen in ondernemingen die betrokken zijn geweest bij schendingen van de principes van het UNGC of de OESO-richtsnoeren voor multinationals. Uitsluitende screening

 

1 Dat werd van kracht op 31 oktober 2022 en de periodieke rapportage begint op 1 januari 2023 voor de eerste referentieperiode vanaf 31 oktober 2022.

'Where the translated version of this disclosure text differs from the English version, the original English version prevails'

TOP